Als eerste project in Nederland wordt bij Nature’s Heat de ontgassing met een GLCC (Gas Liquid Cylindrical Cyclone) uitgevoerd. Naast de GLCC wordt een klein buffervat geplaatst om het opstarten
en stoppen rustig te laten verlopen. Deze buffer dient ook als afvang van vaste stof uit de GLCC en verder als opvangvat voor condensaat en olie.
Het geowater wordt vanuit de productieput naar de GLCC (Gas Liquid Cylindrical Cyclone) en de ontgasser buffer gepompt. In de GLCC wordt het gas verwijderd uit het water door een neerwaartse
centrifugaalkracht. Deze kracht zorgt dat de (veel lichtere) gasbelletjes naar binnen gedreven worden en kunnen coalisceren tot groter bellen. Deze gas stroom verlaat de cycloon aan de
bovenkant naar de buffer. In de ontgasser buffer staat een constant vloeistofniveau en wordt het gas afgevoerd. Mocht olie als bijproduct met het formatiewater meekomen, dan kan dat in de
ontgasser worden afgescheiden en worden afgetapt.